Frans Caignie, Claire Dumortier, Matthias Paulke – 2012

De 2003 à 2007, le service archéologique du Musée National d’Histoire et d’Art a mis au jour lors des fouilles du château La Fontaine à Luxembourg-Clausen 430 fragments de carreaux en majolique. La confrontation de ces carreaux avec la description des différents locaux du château transcrits dans un inventaire de 1604, réalisé après le décès de Pierre-Ernest de Mansfeld, a permis de confirmer l’origine anversoise des majoliques. Celles-ci ont pu être produites dans l’atelier de Guido II Andries et d’Andries Eynhouts, et peut-être même dans celui de Lucas Andries dans le dernier tiers du XVIe siècle. L’analyse des décors a montré que Pierre-Ernest de Mansfeld commanda des séries de carreaux ornés de ses armoiries et de trophées de guerre, ainsi que des pavements agrémentés d’ornements Renaissance très variés dont le schéma décoratif dérive de modèles contemporains de Sebastiano Serlio et de Hans Vredeman de Vries. L’étude met en évidence dix types de carreaux anversois à décors aux ornements différents, nombre plus élevé que les fragments de même origine retrouvés sur les sites de la région anversoise. Elle contribue fortement à l’enrichissement du répertoire des décors ornementaux sur des carreaux anversois.

Tirage à part de: Archaeologia Mosellana, 8/2012, pp. 225-273


Bij opgravingen tussen 2003 en 2007 door de archeologische dienst van het Musée National d’Histoire et d’Art (Luxemburg) op de ruïnes van het voormalig kasteeldomein van Pierre-Ernest de Mansfeld in Luxemburg kwamen 430 tegelfragmenten in Antwerpse majolica tevoorschijn. Na de dood van Mansfeld in 1604 werd een boedelbeschrijving van het kasteel opgesteld in het Frans, die ten behoeve van de Spaanse koning Filips III naar het Spaans werd vertaald. Enkel deze Spaanse vertaling is bewaard gebleven. Daarin worden voor 11 verschillende plaatsen in het kasteel de vloerbetegeling aangeduid als “azulejos de Amveres”. Confrontatie van de opgegraven tegels met de beschrijving van de verschillende plaatsen in het kasteel in een boedelbeschrijving, heeft de auteurs toegelaten de Antwerpse oorsprong van deze tegels te bevestigen. Die zijn mogelijk geproduceerd in het atelier van Guido II Andries en Andries Eynhouts, en misschien zelfs in het het atelier van Lucas Andries, in het laatste kwart van de 16de eeuw. De analyse van de tegeldecors heeft uitgewezen dat Pierre-Ernest de Mansfeld hele series tegels heeft besteld, beschilderd met zijn wapenschild en met wapentrofeeën, alsook vloertegels die versierd waren met zeer gevarieerde Renaissance ornamenten waarvan het decoratieve schema is afgeleid van eigentijdse modellen van Sebastiano Serlio en Hans Vredeman de Vries. Na gedetailleerd onderzoek bleek dat deze behoren tot 10 verschillende Antwerpse decortypes, in aantal belangrijker dan wat ooit op Antwerpse archeologische sites te voorschijn kwam. Door confrontatie van de opgegraven tegelfragmenten met de beschrijving in de Spaanse inventaris zijn de auteurs erin geslaagd deze tegeldecors toe te wijzen aan verschillende kamers vermeld in de inventaris. Door de aanwezigheid van een zeer opvallend plat spijkergaatje in de tegelfragmenten is ook het productie-atelier in Antwerpen achterhaald kunnen worden.

Overdruk uit: Archaeologia Mosellana, 8/2012, pp. 225-273.