DISCUSSIEDOSSIER: ANTWERPSE TEGELPRODUCTIE, 1570-1630


De jaarlijkse dag van de Stichting Vrienden Nederlands Tegelmuseum in 2003 te Otterlo was grotendeels gewijd aan de Antwerpse majolicategel.

Een overzicht van de tegelvondsten uit de Antwerpse bodem, gepresenteerd door de stadsarcheoloog Johan Veeckman, korte bijdragen door een panel van specialisten en twee vitrines met bodemvondsten in het museum brachten een overvloed aan informatie over de Antwerpse tegelproductie. (1)

Ter voorbereiding was ook al op 10 mei 2003 in Antwerpen een bijeenkomst georganiseerd bij de dienst archeologie van de stad Antwerpen in het Mercator-Orteliushuis met verzamelaars en kenners uit Vlaanderen en Nederland. Verzamelaars brachten vroege tegels en scherven van buiten Antwerpen mee en legden die naast vondsten uit het depot van de dienst archeologie om zich vervolgens te buigen over de vraag hoe men de late Antwerpse en de vroege Nederlandse tegels zou kunnen onderscheiden.
De discussie spitste zich toe op de vraag wat de betekenis van Antwerpen na 1570 was als productiecentrum van in massa vervaardigde tegels.
Het gaat hierbij dus niet om de luxe majolicategel van vóór 1570, de vloer- en wandtegels en de tegeltableaus die gemaakt zijn voor vorsten, edellieden en prelaten: onder meer de tegels van Herkenrode, The Vyne, Rameyen, Breda, Fère-en-Tardenois, Vila Viçosa of ‘De bekering van Saulus’. De Antwerpse herkomst van deze tegels staat buiten discussie. Anders is het voor het begin van de serieproductie van ornament-, kwadraat- en cirkelband-tegels, ná 1570.

Arend Jan Gierveld kwam met de prikkelende stelling dat Antwerpen in vergelijking met de Noordelijke Nederlanden geen belangrijk centrum voor de fabricage van de massategel meer was.
Frans Caignie betoogde daarentegen dat er duidelijke aanwijzingen zijn voor een voortgezette tegelproductie in Antwerpen in de periode 1570 tot ca. 1630.
Als basis voor verdergaand onderzoek werden beide auteurs de gelegenheid geboden hun tegengestelde standpunten uiteen te zetten.


(1) Mededelingen door:’

  • Claire Dumortier ‘Majolicabakkers in Antwerpen’,
  • Tony Oost ‘Majolicategels uit het kasteel van Egmont te Zottegem’,
  • Frans Caignie ‘Overeenkomst in tegelontwerpen tussen Noord en Zuid, geïllustreerd aan de hand van de Tobias-tegel en de cirkelsegmenttegel’,
  • Jan Gierveld ‘Import uit Antwerpen: tegels of tegelbakkers?

Dit artikel is een overdruk, met aangepaste lay-out, van het artikel gepubliceerd in: Tegel 32/2004, jaarboek van de Vrienden van Nederlands Tegelmuseum, p. 4-13.
Het tweede luik van dit discussiedossier, de bijdrage van Arend Jan Gierveld ‘Antwerpen, bakermat van de Noord-Nederlandse tegel?’ is gepubliceerd in het jaarboek Tegel 32/2004, p. 14-20.  Dit jaarboek kan besteld worden in de Museumwinkel van Nederlands Tegelmuseum